Op 4 september hield Sybrand van Haersma Buma de H.J. Schoo-lezing. De jaarlijkse spreekbeurt is een eerbetoon aan de oud-hoofdredacteur van weekblad Elsevier en biedt de sprekers ruimte om onderbouwd en kritisch te reflecteren op de stand van zaken in de samenleving. Buma bevindt zich daarbij in goed gezelschap: onder zijn voorgangers bevinden zich Frits Bolkestein met een vlammend betoog over integratie, Thierry Baudet over de rol van Europa en Mark Rutte over technologische en geopolitieke veranderingen. En vorig jaar nog brak Edith Schippers een lans voor de waarde van onze westerse idealen in het integratiedebat.
De lezing van Buma vindt zijn oorsprong in een iconische graffiti schildering die hij (op stap met zijn gezin) opmerkte: Het zijn verwarde tijden! Aan de vooravond van een nieuw kabinet - waar naast Buma’s CDA ook de CU aan moet deelnemen - lijkt zijn Christelijke agenda nauwelijks een geheim en hoeft de toehoorder weinig moeite te doen om de werkelijke aanleiding van het betoog te herkennen: voor het slagen van een nieuw kabinet is het van groot belang de oorzaken van de alom aanwezige onvrede uit de samenleving te adresseren. En om de eigen achterban tevreden te houden is zijn oplossing een Christelijke.
Voor dat eerste streven erkent Buma dat de boosheid in onze samenleving niet beperkt is tot een groep boze, kortzichtige mensen, maar voortkomt uit een fundamentele onvrede over de richting waar ons land heen koerst. “De verwarrende tijd schreeuwt om een fundamenteel debat hoe onze samenleving zich zou moeten ontwikkelen.” Voor het tweede doel leunt de fractievoorzitter op een veronderstelde Joods-Christelijke traditie zoals PVV-voorman Wilders dat in 2010 al verwoordde.
Lees verder: Wilders over Joods Christelijke traditie
In de drie kwartier die volgen belicht Buma ontwikkelingen uit de afgelopen eeuwen die in belangrijke mate hebben bijgedragen aan onze maatschappelijke waarden van vrijheid en gelijkwaardigheid. In de strijd om die waarden te verdedigen “zullen we een aantal heilige huisjes tegen komen” zo vertelt Buma verder. Dat het bij ‘tegenkomen’ blijft, blijkt uit zijn continue streven om vast te blijven houden aan de door hem gekoesterde Joods-Christelijke traditie. “Een samenleving moet, om vooruit te komen, gedeelde waarden hebben. De neiging om daar waarde aan te hechten is niet minder modern, minder verstandig. […] De boze burger wil niet minder herkenbare tradities. Ze willen het meer.”
Sterker nog: de CDA-voorman claimt dat onze westerse democratie voortkomt uit die traditie. De oplossing voor huidige problemen ligt hem dan ook in het terugkeren naar die waarden. Hij ziet het Christendom als een aanjager van onze maatschappelijke waarden en beroept zich onder meer op apostel Paulus: u bent geroepen om vrij te zijn. En dat de bijbel juist een manifest is voor gelijkwaardigheid: er wordt gesproken over slavernij maar meer om te duiden dat slaaf en slavenhouder in wezen gelijkwaardig zou zijn.
Het streven om terug te keren naar herkenbare tradities is nobel en noodzakelijk om “dat maatschappelijke, historische besef (van gelijkwaardigheid en vrijheid) weer terug te brengen.
Iedere immigrant wordt onderdeel van die gemeenschappelijke geschiedenis.
We moeten niet afvragen of we zaken willen los laten. […]
We moeten ze versterken en uitdragen.”
De logica van Buma
En daarmee is het cirkeltje voor Buma rond: de huidige onvrede komt voort uit onbehagen en het gemis van maatschappelijk uitgedragen en verdedigde waarden als gelijkwaardigheid en vrijheid – > die waarden komen voort uit de Joods-Christelijke traditie –> om huidige proble-men en onvrede op te lossen moeten we terugvallen op die traditie. Een prachtige oplossing, ware het niet dat Buma daarmee onrecht doet aan een werkelijkheid waarin kerk en onvrij-heid in de geschiedenis juist in elkaars verlengde liggen. OK, die quote over slavernij klinkt prachtig maar verhult de rauwe, gewelddadige, werkelijkheid zoals die in de bijbel zonder scrupules uit de doeken wordt gedaan. (“Slavernij is geen probleem zolang je de slaven bij andere volkeren vandaan haalt. (Leviticus 25:44). Dochters kunnen als slaaf worden verkocht. (Exodus 21:7) Wanneer een slaaf kinderen krijgt bij een slavin zijn die kinderen het bezit van de meester. (Exodus 21:4)”).
Buma vist de krenten uit de pap om zijn betoog kracht bij te zetten en negeert daarmee de onmiskenbare rol die de kerk heeft gespeeld in het bestrijden van datgene dat wij heden ten dage als maatschappelijke waarden erkennen. Hij haalt filosofen en vrijdenkers aan om de vrijheid en openheid van de kerk te benadrukken zonder daarbij te vermelden dat zij in de meeste gevallen hun leven niet zeker waren wanneer ze het in hun hoofd haalden om kritiek te leveren op de Christelijke doctrine.
Het streven naar een open, gelijkwaardige en vrije samenleving vindt juist plaats in een con-text waarbij de kerk een minder bepalende rol speelt. Juist doordat we ons niet laten leiden door de kerkelijke doctrine en door de protesten van ‘dolle mina’s - zijn vrouwen niet alleen baas in eigen buik maar is gelijkwaardigheid met mannen een vanzelfsprekende geworden. Het is juist tegen een achtergrond van een kerk die minder invloed heeft dat homo’s en les-biennes gelijke rechten hebben gekregen en dat we seksuele driften zijn gaan zien als een normale menselijke eigenschap. Juist het besef dat het Christendom een ‘theorie’ is zonder wetenschappelijke ondergrond heeft er toe geleid dat onderwijs, onderzoek en de daarmee samenhangende vooruitgang niet meer beperkt wordt door religieuze opvattingen.
De erfenis van religie
Jaren van religieuze dominantie hebben ons land versnipperd, verzuild en gemaakt tot een samenleving waarvan de structuur het gemeenschappelijke in de weg staat. Met omroepen, scholen en zelfs universiteiten die op basis van een godsdienstige signatuur eerder een onder-scheid benadrukken dan de gezamenlijke waarden die we in deze maatschappij willen na-streven.
Het heeft een precedent geschapen waarin Religie per definitie respect eiste (en kreeg!) en waarvan we nu de zure vruchten plukken. Met een influx aan nieuwe Nederlanders die zich op diezelfde ondergrond beroept en waarvoor respect en eerbied ook een vanzelfsprekende zijn. Door die onprettige kerkelijke historie niet als zodanig te erkennen is Buma een sprekend voorbeeld voor iedere Islamiet, Christen of Jood die wars is van kritiek en onterecht wijst op die verzen uit hun doctrines die zouden bijdragen aan een moderne maatschappij en daarbij alle ‘wijsheden’ die afbreuk doen aan vooruitgang voor het gemak maar even vergeten. Wanneer je onvrede adresseert en een oplossing schetst voor de toekomst, wees dan ook eer-lijk over het verleden.
Onze maatschappij kent een voorspoed die gevoed wordt door een open dialoog, discussie, onderzoek en onderwijs – onbegrensd door argumenten zonder bewijs. Het is díe traditie waarbij we handelen baseren op kennis en menselijkheid (en waarbij we ageren tegen Bu-ma’s heilige huisjes) dat recept is geweest voor onze vooruitgang.
De Islam staat op gespannen voet met onze maatschappelijke waarden in Nederland. Door het erkennen van onze seculiere traditie vrijwaren we onszelf van iedere discussie waarbij de ongelovige weggezet wordt als islamofoob of extreem rechts.
Conclusie
Juist door die discussie te vermijden preekt Buma op de eerste plaats voor eigen parochie: een verhaal waarin wensdenken en kritiekloosheid hand in hand gaan. Op het einde van zijn verhaal vertrouwt Buma ons toe dat het niet de Christelijke traditie uit de jaren zestig is die hij nastreeft. Of misschien wel die van net na de jaartelling.
Toegegeven, het zijn verwarrende tijden. Door selectief te kiezen uit voorbeelden uit een histo-rie die ook lelijke plekken heeft, draagt hij echter niet bij aan duidelijkheid.