In 1948 werd door de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens afgekondigd. Helaas zijn discriminatie van minderheden en schending van mensenrechten wereldwijd nog steeds aan de orde van de dag. En dat niet alleen: Ook in de zogenaamde beschaafde landen bestaat veel discussie over de reikwijdte van mensenrechten.
Lees meer over de Universele Verklaring van de rechten van de mens op de website van Amensty International
Achteraf moeten we toch constateren dat het in 1948 ontbrak aan een goede onderbouwing van de afgekondigde mensenrechten. De enige onderbouwing bestond destijds uit een dringend beroep van de VN op de inherente waardigheid van alle leden van de mensengemeenschap.
Inherente waardigheid
Hoewel uit de Universele Verklaring duidelijk blijkt dat elke mens bepaalde onvervreemdbare rechten bezit, wordt daarmee nog niet duidelijk gemaakt wat nu precies het karakteristieke is van dat menszijn op grond waarvan die rechten worden toegekend. In elk geval is het begrip inherente waardigheid een uiterst vage omschrijving. Eveneens moeten we constateren dat na 1948 juist de religies en ideologieën, die de menselijke waardigheid doorgaans hoog in hun vaandel hebben, ons op het gebied van mensenrechten niet veel verder hebben gebracht. Integendeel, onder de paraplu van het Christendom is zowel de doodstraf strikt verboden (Europese landen) dan wel veelvuldig toegestaan (o.a. USA). Dezelfde verdeeldheid zien wij ten aanzien van onderwerpen als discriminatie en de vrijheid van meningsuiting. In de Islam-wereld is de verdeeldheid nog groter of is de mensenrechtensituatie menigmaal zelfs geheel onbespreekbaar.
tekst gaat verder onder afbeelding
Mensenrechten en wetenschap
En toch is er een oplossing in zicht: Mensenrechten kunnen gebaseerd worden op de wetenschap. In zijn boek Descent of Man was Charles Darwin al tot de conclusie gekomen dat de gehele bestaande mensheid tot een en dezelfde natuurlijke soort behoort, en dat was opmerkelijk in een tijd waarin men discriminatie en slavernij bijna als vanzelfsprekend beschouwde. Intussen ondersteunen moderne DNA-onderzoeken volledig de stelling die Darwin innam. Ook hebben genetici en neurologen een overvloed aan gegevens blootgelegd over de werking van het menselijke hersenstelsel. Gebleken is dat het menselijk hersenstelsel het meest gecompliceerde en meest wonderlijke verschijnsel op aarde is. Elke mens, ongeacht ras of afkomst, beschikt over miljarden hersencellen, die via biljoenen verbindingen een netwerk vormen dat onze identiteit, ons zelfbewustzijn en onze empathische vermogens mogelijk maakt. Zo staat vast dat de menselijke hersenen beschikken over spiegelneuronen. Wanneer wij pijn of vreugde bij een ander waarnemen, sturen de spiegelneuronen eenvoudigweg ons eigen sensorisch systeem aan, waardoor de zenuwen en spieren in ons lichaam op nagenoeg dezelfde wijze reageren als bij de ander. Spiegelneuronen komen in beperkte mate ook bij mensapen voor, maar bij mensen zijn deze dermate ontwikkeld en verfijnd dat elke mens in aanleg daardoor een sociaal en ethisch wezen genoemd kan worden. Het grote verschil tussen mensen en dieren zit overigens niet in de genetische code op zich, maar wel in de wijze waarop de genen, met name die van de hersencellen, ingeschakeld kunnen worden. We spreken over genregulatie. Het bijzondere hiervan is dat het hersensysteem van mensen al direct vanaf de geboorte ontwikkeld kan worden door training en onderwijs.
Conclusie
Wanneer men eenmaal tot de conclusie is gekomen dat het menselijke hersenstelsel met het daarin verankerde geestesvermogen een kostbaar bezit is dat gedurende miljoenen jaren van evolutie is opgebouwd, dan hoeft het geen betoog dat het bezit hiervan maximale bescherming verdient. In dat kader kunnen het recht om niet gediscrimineerd te worden, het recht op onderwijs en het recht op vrije communicatie beschouwd worden als hoofdrechten, die direct de kern van het menszijn raken en onontbeerlijk zijn voor de menselijke vooruitgang. Het wordt hoog tijd dat het belang van mensenrechten in politiek en onderwijs opnieuw benadrukt wordt, niet met vage normen en waarden, maar met keiharde wetenschappelijke feiten.