De ontkerkelijking gaat hard.

De groep buitenkerkelijken bedraagt 68 procent. Dit blijkt uit een onderzoek in opdracht van de KRO door twee onderzoekers van de Radboud Universiteit te Nijmegen en de Vrije Universiteit van Amsterdam. Nu kunnen buitenkerkelijken nog steeds gelovig zijn, maar aan allerlei religieus gedoe geen behoefte meer hebben. Interessant is derhalve ook of de ongelovigen dan wel afvalligen ook in aantal toenamen.

Een vergelijking tussen 1966 en 2015 toont dat de Rooms-katholieken zijn teruggelopen van 35 naar 12 procent. Bij de Protestanten daalde het percentage van 25 naar 9 procent. Bij de RKK-leden geeft 7 procent op atheïst te zijn. Bij de protestanten is dat maar 1%, opvallend genoeg. 46 Procent geeft aan ietsist te zijn. Van de ongebonden gelovigen is dit 52%. Van de seculieren is 46% atheïst, 12% ietsist en 42% agnost.

Ik laat de percentages even voor wat te zijn, maar voeg er nog aan toe dat als dit uitslagen van de aanhang van een politieke partij zou zijn de RKK en PK zich diep zorgen zouden maken.
Nederland ontkerkelijkt in rap tempo. Wat agnosten betreft, ben ik geneigd deze ongelovig te noemen. Je gelooft in een god of in God of niet. Een beetje geloofszwanger zijn is er niet bij. Hoe wil je anders uiteindelijk nog een keuze maken? Op het einde van je leven zeggen: nou ja, ik geloof toch dat er wel een god bestaat. Waar moet je dit aan ontlenen? Aan vertrekvrees. Dat maakt deze mensen weinig overtuigend of geloofwaardig.
Ook bij ietsisten speelt zo’n tussenpositie. Let wel, deze groepering zegt niet dat er wel een god is, maar dat alle rituelen en geboden er niet zo toe doen. Zij kunnen zich niet voorstellen dat er helemaal niets is. Er moet toch wel iets zijn. Wat zij zich daarbij dan wel voorstellen ontgaat mij ten enenmale. Desgevraagd vertellen kennissen van mij met deze instelling dat zij zich niet kunnen voorstellen dat er helemaal geen ‘macht’ bestaat die de zaak aanstuurt. Daarna wordt elke beschrijving net zo broos als onbestemd. Wat dit iets dan vervolgens doet of precies stuurt, blijft in het ongewisse. Naar mijn indruk zit het alleen tussen hun oren. Van enige externe bewijsvoering geven zij geen blijk. Hun sterkste argument is vaak: maar er moet toch iets zijn. Het ligt mijns inziens duidelijker. Zij kunnen zich het Niets niet voorstellen. Eigenlijk hebben zij een idee dat de kosmos ergens moet zijn begonnen en dat dit begin een initiatiefnemer, minder antropomorf uitgedrukt een initiatiefmacht of –kracht moet hebben gehad. Met die redenering bevinden zij zich midden in de discussie van natuurkundigen, in de aanhangers van de oerknal en de verdedigers van het standpunt dat de kosmos (en misschien nog wel meer dan één) er altijd al is geweest. Het denken in termen van begin en eind zou dan typisch een menselijk trekje zijn.

De seculieren bestaan dus voor de helft uit mensen die een houding hebben ‘van we zien wel als het zover is.’ Of ‘eerst zien en dan geloven’. Zo beschouwd herkennen we in die attitude een Nederlandse karaktertrek. Zij houden de kerk in het midden, zouden we met lichte ironie kunnen vaststellen. Het zal nog lastig worden om op dit punt asielzoekers met een vaak veel striktere geloofshouding duidelijk te maken dat dit het nationale (on)geloofsklimaat is. Dat gaat niet lukken met een spoedcursus vernederlandsing. Een zekere cultuuraanpassing zal nog wel lukken, maar als het om integratie gaat moet worden gevreesd dat allereerst de segregatie terrein wint.

Dit artikel is geschreven door een van de leden van het Atheïstisch Verbond. Beweringen en meningen, geuit in de artikelen en mededelingen op de pagina’s van Atheïstisch Verbond site zijn die van de auteur(s) en niet (noodzakelijkerwijs) die van de redactie, de webmaster of de provider noch de Vereniging Atheïstisch Verbond. Het Verbond kan er niet voor instaan dat de informatie op de website geschikt is voor het doel waarvoor de informatie door de bezoeker/ster wordt geraadpleegd.